hero

Binnenste buiten

Verhalen/27 October 2020

Meer dan ooit tevoren moeten we ons afvragen of alle conventies die we met elkaar hebben nog steeds zo goed werken. Dit geldt ook voor de ontwikkeling van scholen voor het primaire onderwijs, waar verschillende thema’s de uitdagingen van de dag formeren. Hoe valt in deze tijd een goed binnenklimaat en dus gezondheid van de leerlingen te garanderen? Hoe kan men binnen de anderhalve-meter-samenleving ervoor zorgen dat ruimtes niet overbelast worden? Hoe moet men de ruimtes gebruiken, of aanpassen, wanneer de onderwijsvorm verandert? RoosRos heeft met deze vragen in het achterhoofd een school ontwikkeld die qua gebouwtypologie anticipeert op de huidige uitdagingen die wij zijn tegengekomen.

Buitenste binnen
In tegenstelling tot een compacte school, waarbij vaak het schoolplein rondom de school is gesitueerd, kenmerkt deze school zich door het buitenspeelterrein in het midden van het bouwblok te manifesteren. Het speelterrein wordt daardoor een omsloten buitenruimte. Het onderwijsgebouw – ontworpen voor een binnenstedelijke locatie - is rondom deze besloten buitenruimte vormgegeven. Buitenste binnen dus. Het omarmen van het gebouw, geeft naast geborgenheid, veiligheid en transparantie binnen de school ook extra toezicht op het plein. Binnen en buiten lopen spelenderwijs in elkaar over.

Extra ruimtelijke kwaliteit
Het buitenspeelterrein wordt op natuurlijke wijze, door de positionering, integraal onderdeel van enerzijds het ‘centrale hart’, met de aloude aula en aanverwante functies, maar anderzijds ook onderdeel van de verschillende onderwijsafdelingen; de onder-, midden- en bovenbouw. De leerpleinen zijn middels grote glaspartijen gescheiden / verbonden met de besloten buitenruimte.

Het centrale hart wordt, door het buitenterrein erbij te betrekken, aanzienlijk groter. De mogelijkheid ontstaat dat de diverse functies waar het centrale hart voor dient ook buiten kunnen plaatsvinden. De bekende reuring waardoor het centrale hart regelmatig wordt gekenmerkt, valt te reguleren. Als bij wijze van spreken de ene groep in de aula de musical aan het oefenen is, kan de andere groep misschien wel buiten muziekles krijgen.

Dynamiek versus rust
De onderwijs’bouwen’ zijn binnen het gebouw zo opgezet, dat de lokalen aan de buitenzijde van het bouwblok liggen. Aan de binnenzijde, grenzend aan het buitenspeelterrein, liggen de gangen en leerpleinen. Van binnen naar buiten is dus een zonering, die de nuancering van een drukke zone naar een rustige zone faciliteert. Omdat er maar aan een kant van de verkeersruimte lokalen zijn, zijn de gangzones voorzien van veel daglicht, wat de ruimtelijke kwaliteit en het welbevinden van de kinderen bevordert. De gangzone heeft dezelfde daglichtcondities als de lokalen. Dit zorgt voor spreiding van de kinderen binnen de onderwijsafdeling en de mogelijkheid tot in uiting brengen van andere onderwijsvormen. Als de onderwijsvorm verandert zodat er bijvoorbeeld geen lokalen meer nodig zijn, kunnen alle binnenwanden worden gedemonteerd en ontstaat er een doorlopende onderwijsruimte. De vaste elementen zoals sanitair, etc. zijn op strategische posities geprojecteerd zodat  deze geen obstakel zullen vormen. Toekomstgericht flexibel! Alle ‘bouwen’ grenzen direct aan het buitenspeelterrein, de functies op de verdieping via een dakplein op de eerste verdieping. Een brede trap met glijbaan verbindt het dakplein met het buitenspeelterrein.

Binnenste buiten
Met dit concept zijn nieuwe kansen verkend. Een eigentijdse variant op de Openluchtschool van architect Duiker. Licht, lucht, ruimte en verbinding kenmerken dit concept. Buitenste binnen of binnenste buiten.

Jan-Pieter Bos