3 x 25 jaar RoosRos
Nieuws/23 June 2025Een openhartig gesprek met Anja Nobel-Ros, Sander Ros en Henri Zwerus. Een kwart eeuw verbonden aan hetzelfde architectenbureau – en dan ook nog met zijn drieën. Anja Nobel-Ros, Sander Ros en Henri Zwerus vieren dit jaar hun 25-jarig jubileum bij RoosRos Architecten. In dit gesprek kijken ze terug én vooruit. Een openhartig gesprek over groei, vertrouwen, vriendschap en de kracht van samen bouwen.
Anja, jij bent deze week precies 25 jaar officieel verbonden aan RoosRos. Wat betekent die mijlpaal voor jou?
Anja: Het laat me vooral beseffen hoe lang die periode eigenlijk is. Ik was pas zeventien toen ik begon, via een stage. Maar omdat onze vader Mart hier natuurlijk werkte, ben ik mijn hele leven al betrokken bij RoosRos. Als kind hielp ik al mee: onkruid wieden, koffie zetten, de afwas doen… Toen was ik een jaar of acht. Dus 25 jaar voelt niet per se als een markeringspunt, het is eerder een bevestiging van iets dat er altijd al was.
Sander, jij kwam tegelijk met Henri binnen, als angry young man. Wat trof je destijds aan, en hoe is het bureau in die 25 jaar veranderd?
Sander: Toen wij begonnen – inderdaad, als jonge, ambitieuze TU’ers – kwamen we in een bureau terecht met enorm veel vakmanschap. Maar eerlijk is eerlijk: het was ook een beetje saai. Dat vonden wij in elk geval, als net afgestudeerden die vonden dat het allemaal anders moest. Samen met een clubje jonge mensen hebben we onze schouders eronder gezet en wilden we het bureau laten groeien, niet zozeer in omvang – al zijn we wel verviervoudigd of zo – maar vooral in kwaliteit en betekenis. Dat was mijn persoonlijke ambitie: architectuur maken die ertoe doet, maatschappelijk en voor de gebruikers.
En Henri, wat herinner jij je van die begintijd?
Henri: Sander en ik waren inderdaad net iets te energiek voor het tempo van toen. We wilden de boel echt opschudden. Ik herinner me nog dat Sander op een dag in mijn ogen wat te veel bravoure had, en toen heb ik hem – als geintje – in de papiercontainer gestopt en buitengezet. De volgende dag dacht ik: oei, ik ben te ver gegaan, dat was het einde van mijn stage. Maar niets bleek minder waar. Dick van Vliet, onze toenmalige technisch directeur, had er enorm om gelachen en bood me juist een baan aan. En de rest is, zoals dat heet, geschiedenis.
Sander, jij werkte in die beginjaren onder je vader, Mart Ros. Hoe was dat? Gaf hij je ruimte om je visie te ontwikkelen?
Sander: Mart gaf ons alle drie gelukkig veel ruimte, daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Mijn persoonlijke angst was wel dat ik gezien zou worden als ‘het zoontje van de baas’. Daar heb ik me altijd actief tegen verzet, en Henri heeft me daar ook goed bij geholpen. We wilden ons allebei gewoon bewijzen op eigen kracht.
Henri, hoe zou jij jouw ontwikkeling binnen RoosRos typeren? Welke momenten waren bepalend?
Henri: De verhuizing naar Oud-Beijerland in 2003 was een kantelpunt. We zaten ineens allemaal op één grote werkvloer en wisten elkaar goed te vinden. Dat zorgde voor meer verbinding, maar het faciliteerde ook meer ambitie. En Mart dacht gelukkig al vroeg na over opvolging. Eerst met Anja en Sander, later ook met mij. Dat leidde tot een nieuwe manier van werken: meer openheid, verantwoordelijkheid lager in de organisatie, en een directieteam waarin vertrouwen centraal staat. Tot op de dag van vandaag is dat zo.
Anja, jij bent binnen de directie verantwoordelijk voor HR. Wat is daarin de grootste verandering geweest in 25 jaar?
Anja: Vroeger was het normaal dat je je hele loopbaan bij één werkgever bleef. Tegenwoordig draait het veel meer om ontwikkeling. Wat kun jij als professional bijdragen? En hoe kan de organisatie jou daarin ondersteunen? Dat vind ik boeiend. Hoe bouwen we aan een cultuur waarin mensen zich blijven ontwikkelen, bij ons of elders? Dat is mijn drijfveer: mensen helpen groeien en klaarstomen voor de toekomst.
Sander, hoe is jouw visie op architectuur veranderd in die 25 jaar?
Sander: In het begin ging het mij om grootsheid: spannende beelden, grote gebaren. Nu ben ik veel meer op zoek naar de essentie. Wat is de kern van de vraag? Hoe kunnen we echt iets betekenen voor mensen? Er is een soort ingetogenheid in mijn werk gekomen. Minder spektakel, meer betekenis.
Heeft jullie persoonlijke ontwikkeling ook invloed gehad op de stijl van het bureau?
Henri: In zekere zin wel. Maar we geloven juist in ruimte voor verschillende visies. We hebben een aantal basisprincipes – gezond, toekomstgericht, eerlijk, functioneel – maar onze architecten krijgen veel vrijheid. Zo blijft het werk van ons bureau rijk en gevarieerd.
Hoe zouden jullie elkaar in een paar woorden typeren?
Henri en Sander over Anja: Warm, betrokken en creatief. Anja voegt het menselijke en liefdevolle toe aan onze directie. En ze maakt moeilijke dingen makkelijk. Of het nou gaat om architectuur, HR of systemen.
Anja en Sander over Henri: Integer, analytisch en strategisch. Henri weet altijd precies het juiste te zeggen op het juiste moment. Hij is mensgericht, betrouwbaar en doortastend. En een fijne tegenhanger in ons directieteam.
Henri en Anja over Sander: Ongeremd ambitieus! Visionair, met een enorme drive om het goed te doen – voor collega’s én opdrachtgevers.
Wat is jullie gezamenlijke droom voor de toekomst?
Henri: We zouden graag de prijs winnen voor ‘beste werkgever 2030’, ook al weten we niet eens of die bestaat!
Sander: En de publieksprijs voor architectuur. Omdat we geloven in gebouwen die geliefd zijn, die betekenis hebben voor de mensen die erin leven of werken.
Anja: Ik sluit me daarbij aan. Geen eenmalig succes, maar duurzame kwaliteit. Dat is waar we ons op richten.
En tenslotte: wat maakt RoosRos voor jullie zo bijzonder?
Anja: Dat we altijd denken in de lange termijn. Geen ego’s, geen ellebogen. Maar een collectief, waarin iedereen mag zijn wie hij of zij is.
Henri: En als het thuis even tegenzit, dan is RoosRos er ook voor jou. Die betrokkenheid zit diep. We zijn niet alleen een familiebedrijf, maar echt een familie van ruim 60 medewerkers.
Sander: De passie, de toewijding, de vriendschappen. Ik werk hier met mensen die ik echt als vrienden zie. Dat is zeldzaam, daar ben ik trots op en daar ben ik enorm dankbaar voor.